Arno van Wijk

Sint Maartenskerk – hoofdorgel

De orgelgeschiedenis van de Zaltbommelse Sint Maarten gaat terug tot de zestiende eeuw. In 1534 wordt Mr. Heyman Gielissen als organist aangesteld “met consent van schepenen en burgemeesters”. Als er een organist was, moet er dus ook een orgel geweest zijn. Over dit oude orgel is helaas niets bekend, waarschijnlijk is het geplaatst aan de noordkant van het koor. In 1590 werkt Meester Peter Jansz de Swart aan het orgel. Dit instrument is dan geplaatst “boven de trap van de noortsijde in de kercke”. Deze plaats is nu nog herkenbaar. In de zestiende eeuw wordt het orgel verplaatst naar de plaats boven het Noorderportaal. In 1631 wordt het instrument nogmaals verplaatst, nu naar de huidige plaats. In 1723 wordt het orgel vernieuwd door Matthijs Verhofstad, de beroemde orgelmaker van o.a. het fraaie orgel in de Barbarakerk in Culemborg. In 1783 wordt aan Andries Wolfferts de opdracht verstrekt tot het bouwen van een compleet nieuw orgel, met gebruikmaking van ouder materiaal. Dit instrument wordt alweer 10 jaar later (!) verbeterd en vergroot door Antonius Friedrich Gottlieb Heijneman die kort daarvoor veel roem geoogst had met de verbouwing van het orgel in de Sint Janskathedraal in ‘s-Hertogenbosch.

In 1796 is het orgel “nadat prullen eraan getobt hebben, eindelijk in een goeden stand gebragt door Heineman” (J. Hess). De volgende aanpassing aan het instrument vindt pas plaats in 1860 door N.A. Naber die een nieuwe Viola di Gamba plaatste. In 1905 wordt de dispositie licht gewijzigd echter zonder al te rigoureuze aantastingen van de originele klank.

Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog wordt het orgel in allerijl gedemonteerd vanwege het voornemen van de Duitse bezetter om de imposante toren op te blazen. De verschillende onderdelen worden her en der in de stad opgeslagen. Na de oorlog wordt het instrument weer opgebouwd en gerestaureerd door De Koff. Er werd van de gelegenheid om het orgel, volgens de smaak van die tijd, een heldere uitstraling te geven. Naast enkele dispositiewijzigingen werd ook de toonhoogte met bijna een halve toon verhoogd, door het verkorten van het gehele pijpwerk. Het resultaat was uiterst teleurstellend. In plaats van helderder klonk het orgel nog doffer en dikker dan het al was…

Na de kerkrestauratie wordt ook het orgel weer gerestaureerd, nu door S.F. Blank uit Herwijnen. De belangrijkste werkzaamheden waren naast herstel van windladen en dispositie het verlengen van het pijpwerk tot oorspronkelijke lengte. Precies 200 jaar na de eerste oplevering is het orgel weer “in een goeden stand gebragt”. Nu is het orgel in de Sint Maartenskerk in betere staat dan het ooit geweest is en mag het zich met recht tot één van de belangrijkste orgels in Nederland rekenen.

Hoofdwerk C-f”’ Rugwerk C-f”’ Bovenwerk C-f”’ Pedaal C-d’
Prestant 16′ Bourdon 16′ Prestant 8′ Subbas 16′
Octaaf 8′ Prestant 8′ Holpyp 8′ Octaaf 8′
Bordon 8′ Bourdon 8′ Gemshoorn 8′ Octaaf 4′
Octaaf 4′ Flautraver 8′ Viola di Gamba 8′ Basuyn 16′
Fluyt 4′ Octaaf 4′ Fluyt 4′ Trompet 8′
Quint 3′ Fluyt 4′ Waldfluyt 2′ Clarino 4′
Octaaf 2′ Octaaf 2′ Carillon III
Flageolet 2′ Flageolet 1′ Fagot 8′
Mixtuur III-IV Mixtuur III-IV Vox Humana 8′
Cornet V Cornet IV Tremulant
Sesquialter II Dulciaan 8′
Trompet 16′ Tremulant
Trompet 8′